Deze locomotief is geschikt voor het Märklin 3-rail wisselstroom systeem EN gelijkstroom 2-rail / gelijkstroom systemen! AC OF DC / DCC!
De serie 218 vormt het hoogtepunt in de ontwikkeling van de DB-diesellocomotieffamilie, waartoe de serie V160 (later omgenummerd tot 216), 215, 217 en 210 en het enkelvoudige exemplaar 219 behoren. De eerste V160-locomotieven uit de eerste productie run werden in 1964 overgedragen aan de DB. Reeds werd onderkend dat de V160 met 1900 pk, een maximumsnelheid van 120 km/u en de geïntegreerde stoomketel voor het verwarmen van lokale reizigerstreinen vaak tegen zijn grenzen aan liep. Daarom testte de DB verschillende concepten met als doel de prestaties te verhogen. Alle locomotieven met een hoger vermogen waren 40 cm langer om voldoende ruimte te bieden voor een generator.
Omdat de DB in 1967 nog maar weinig ervaring had met elektrische treinverwarmingssystemen, opgedaan met V162 en V169 en een krachtigere motor getest moest worden, ontwierp Krupp de serie 215’s, nog steeds uitgerust met een stoomketel, met een twaalfcilindermotor, type MA 12 V 956 TB10 geleverd door MAN. Tegelijkertijd werd het ontwerp van de serie 218 uitgevoerd. Zowel de eerste serie als een deel van de tweede waren aanvankelijk uitgerust met dezelfde krachtcentrale als de serie 215 en met een generator voor de elektrische verwarming van reizigerstreinen. 44 locomotieven van de tweede productieserie waren uitgerust met de MTU MA 12 V 956 TB11-motor, afgestemd op 2800 pk. Vanaf 1971 werden de 398 exemplaren van de locomotieven van de serie 218 met een maximumsnelheid van 140 km/u ingezet in het personen- en goederenvervoer op alle niet-geëlektrificeerde hoofdlijnen van de toenmalige DB. Tegenwoordig zijn de nieuwste productiemodellen van de serie 218 meer dan 40 jaar oud, maar worden ze nog steeds gewaardeerd als betrouwbare locomotieven. De 218 217 met zijn bijzondere zilverrood/fawn-kleurstelling is een exotisch voorbeeld van DB-design.
Oorspronkelijk was het de bedoeling om deze kleurstelling volgens de TEE-kleurstelling toe te passen voor het trekken van TEE-treinen zonder kleurafwijking op niet-geëlektrificeerde hoofdlijnen. Omdat de DB bij aflevering had besloten dat alle treinen opnieuw moesten worden geverfd in de kleur oceaanblauw-ivoor, werd besloten dat ene exemplaar te behouden, maar alle andere in de nieuwe kleurstelling te schilderen. De 218 217 was bijzonder populair bij fotografen, net als de tien in puur oranje/kiezelgrijze kleurstelling geschilderde exemplaren voor de “CityBahn”-dienst tussen Keulen en Meinerzhagen vanaf 1984.
Ter herinnering aan deze tijd werd de 218 137 in 2012 opnieuw geschilderd in de kleurstelling “CityBahn”.
Metalen behuizing en chassis
Opengewerkte ventilatorroosters op het dak, geëtst loopbrugrooster
Meerdelige draaistelzijden met echte stalen veren
Afzonderlijk aangebrachte handgrepen en treeplanken
NEM-schacht met kortkoppelingsmechanisme
Vijfpolige ESU-motor met twee vliegwielen
Aandrijfmechanisme via cardanas en wormwiel naar drie assen, twee antislipbanden
LokSound 5-decoder ondersteunt DCC, Motorola®, M4 en Selectrix-modus
Automatische registratie bij centrales die RailComPlus®- of mfx-functionaliteit ondersteunen
PowerPack-opslagcondensator voor een ononderbroken stroomvoorziening
Luidspreker met grote klankkamer voor extreem hoog geluidsgenot
Universele elektronica met insteekbare sledeschoen en schuifschakelaar voor het wisselen tussen tweerail- en drierailmodus
Rookgenerator is gesynchroniseerd met LokSound
Gedigitaliseerde originele geluiden van een klasse 218
Sensorgestuurd piepen van de wielen in bochten bij lage snelheid
Richtingverlichting, koplampen kunnen worden uitgeschakeld (indien gekoppeld aan een samengesteld), rangeerverlichting, cabineverlichting en bedieningspaneelverlichting
Het remmen vonkt bij snel afremmen
Pipet voor het vullen van de rookgenerator en een tweede koppeling zijn aanwezig
Minimale straal = 360 mm
Lengte over buffers = 188,5 mm